Ergotherapie bij kinderen richt zich op het handelen tijdens het spelen, de zelfredzaamheid en het mee kunnen doen op school. Hierbij gaat het om de handelingen die kinderen zelf willen uitvoeren of waarvan de opvoeders het belangrijk vinden dat ze deze kunnen uitvoeren. De ergotherapeut behandelt/observeert niet alleen het kind, maar betrekt daarbij ook de omgeving om het kind een bepaalde handeling aan te leren. Deze omgeving (personen, een klas, de thuissituatie, een speeltuin) is immers bepalend voor de manier waarop een kind iets doet of kan leren.
Motorische ontwikkeling
Ergotherapie biedt hulp en ondersteuning bij de (fijn-) motorische ontwikkeling van het kind, die nodig is om een activiteit goed te kunnen uitvoeren. Hierbij is ook het proces van (leren) handelen belangrijk. Bijvoorbeeld een volgorde kunnen aanbrengen, organiseren, initiatief nemen, kiezen, tempo houden, doelgericht zijn.
Sociaal-emotionele vaardigheden
Daarnaast maken sociaal-emotionele vaardigheden vaak deel uit van het behandelplan. Zo kan het doel van de behandeling zijn dat het kind gemakkelijker en met meer plezier diverse activiteiten onderneemt en beter contact heeft met leeftijdsgenootjes.
Wilt u meer weten over wat ergotherapie kan betekenen, kijk dan ook eens op de website van Ergotherapie Nederland.
Problemen met handelen
Het uitvoeren van dagelijkse handelingen kan bemoeilijkt worden doordat het kind bijvoorbeeld problemen heeft op het gebied van:
De oog-handcoördinatie
- samenwerken met twee handen
- ruimtelijke waarneming en verwerking
- ontwikkeling van voorwaarden om te kunnen schrijven
Bewegen
- angst om te bewegen, te schommelen of te klimmen
- houterig bewegen
- bang om te vallen
De zintuigen
- sterk over-bewegelijk, moeilijk stil kunnen zitten
- erg teruggetrokken, aanraking vermijdend
- overgevoelig voor tastprikkels
- niet graag spelen met zand, vingerverf of klei
- snel afgeleid zijn